$config[ads_header] not found
Anonim

Jazz is misschien het best live te ervaren, maar sommige opnames zijn echte kunstwerken. Hieronder vindt u een lijst met tien albums die belangrijke periodes vertegenwoordigen in de ontwikkeling van jazz, en waarvan de muziek vandaag net zo fris is als toen het werd opgenomen. De lijst gerangschikt in chronologische volgorde op de data waarop elk album werd opgenomen, fungeert als louter een inleiding tot klassieke jazz-opnames.

Louis Armstrong - 'Complete RCA Victor Recordings' (RCA)

Deze compilatie is een must voor iedereen die geïnteresseerd is in de oorsprong van jazz. De melodieuze trompetimprovisaties van Louis Armstrong en zijn scatzang worden beschouwd als de zaden waaruit alle jazz sindsdien is voortgekomen. Deze collectie bestaat uit knetterende weergaven van enkele minder bekende deuntjes uit het repertoire van Armstrong. Elk nummer straalt de vreugdevolle geest en het individualisme uit waar Armstrong om bekend stond.

'Charlie Parker with Strings: The Master Takes' (Polygram)

Toen Charlie Parker, een van de makers van bebop, opnam met een strijkersensemble, werd hij bekritiseerd wegens het panderen aan een populair publiek. Zijn muziek werd gedeeltelijk gekenmerkt door conventies van swingmuziek te nemen en ze tot het uiterste te duwen; extreme registers, extreem snelle tempo's en extreme virtuositeit. In tegenstelling tot swingmuziek werd bebop beschouwd als kunstmuziek en vertegenwoordigde het een hippe muzikale subcultuur. De opname van Parker met strijkers, hoewel misschien smakelijker voor een populair publiek, vertoont geen offer van ambacht of muzikaliteit. Op elk van deze nummers is het geluid van Parker puur en helder, en zijn improvisaties tonen de onberispelijke techniek en harmonische kennis waar bebop beroemd om was.

Lee Konitz - 'Subconscious-Lee' (Original Jazz Classics)

Lee Konitz maakte zijn stempel op de jazzwereld in de late jaren 1940 en 1950 door een improvisatiestijl te ontwikkelen die contrasteerde met die van de vader van bebop, altsaxofonist Charlie Parker. De droge toon van Konitz, wervelende melodieën en ritmische experimenten zijn nog steeds modellen voor de muzikanten van vandaag. Subconscious-Lee speelt pianist Lennie Tristano en tenorsaxofonist Warne Marsh, twee kameraden van Konitz in de ontwikkeling van deze stijl.

Art Blakey Quintet - 'A Night at Birdland' (Blue Note)

De muziek van Art Blakey staat bekend om zijn funky pas en soulvolle melodieën. Deze live-opname, met trompetlegende Clifford Brown, is een energierijk voorbeeld van Blakey's eerste ventures in de rijstijl die bekend zou worden als hard-bop.

John Coltrane - 'Blue Train' (Blue Note)

John Coltrane zou tot twintig uur per dag hebben geoefend, zozeer dat laat in zijn carrière het gerucht ging dat hij tegen de tijd dat hij klaar was al enkele technieken had verlaten die hij eerder op de dag had bedacht. Zijn korte carrière (hij stierf op de leeftijd van eenenveertig) wordt onderstreept door constante evolutie, verschuivend van traditionele jazz naar volledig geïmproviseerde suites. De muziek van Blue Train markeert het hoogtepunt van zijn hard-bop podium voordat hij verder ging naar meer experimentele improvisatiestijlen. Het bevat ook deuntjes die hun weg hebben gevonden in het standaardrepertoire, waaronder 'Moment's Notice', 'Lazy Bird' en 'Blue Train'.

Charles Mingus - 'Mingus Ah Um' (Columbia)

Alle stukken van bassist Charles Mingus op dit album hebben een specifiek karakter, variërend van hectisch tot somber tot uitbundig, zodat de composities bijna een visueel karakter hebben. Elk lid van de band speelt zijn rol op zo'n manier dat het klinkt alsof hij improviseert, waardoor de muziek vitaliteit en geest krijgt die vrijwel ongeëvenaard is.

Miles Davis - 'Kind of Blue' (Columbia)

In de voeringnotities bij Miles Davis ' Kind of Blue vergelijkt pianist Bill Evans (die piano speelt op het album) de muziek met een spontane en gedisciplineerde vorm van Japanse beeldende kunst. De eenvoud en minimalistische aanraking van deze mijlpaalopname zijn misschien wat de muzikanten in staat stellen om ongerepte foto's te schilderen en een dergelijke meditatieve en contemplatieve sfeer te bereiken. Elk lid van de groep komt uit een andere muzikale achtergrond, en toch is het resultaat een verenigd werk van schoonheid dat elke jazzmusicus of luisteraar moet bezitten.

Ornette Coleman - 'The Shape of Jazz to Come' (Atlantic)

Ornette Coleman zorgde in de late jaren 1950 voor opschudding toen hij begon te spelen wat bekend staat als 'free jazz'. In de hoop zichzelf te bevrijden van de beperkingen van akkoordprogressies en liedstructuren, speelde hij eenvoudig melodieën en gebaren. The Shape of Jazz to Come, opgenomen in 1959, is een nogal conservatief experiment met dergelijke concepten, en de gemiddelde luisteraar merkt misschien niet veel anders, maar Ornette en een veelheid aan muzikanten hebben sindsdien het idee van 'gratis' spelen gebruikt als springplank in een enorm muzikaal rijk.

Freddie Hubbard - 'Open Sesame' (Blue Note)

Freddie Hubbard's schroeiende lijnen en juggernautgeluid hebben hem tot het model gemaakt waarna de meeste trompettisten hun benadering van het instrument bepalen. Soulful en groove-georiënteerd, deze vroege opname van Hubbard is de deur waardoor zijn vurige spel de jazz in barstte.

Bill Evans - 'Sunday at the Village Vanguard' (Original Jazz Classics)

Bill Evans en zijn trio verkennen verschillende stemmingen tijdens deze live-opname. Evans 'achtergrond in klassieke muziek is duidelijk te zien aan zijn weelderige akkoorden en subtiele gebaren. Elk lid van het trio (inclusief Scott LaFaro op bas en Paul Motian op drums) krijgt dezelfde flexibiliteit, dus in plaats van dat er één speler wordt gespeeld terwijl de anderen begeleiden, ademt en zwelt de groep als een eenheid. Deze vrijheid, evenals de vloeiendheid van de frasering, is iets dat hedendaagse jazzmusici ernaar streven na te streven.

10 klassieke en essentiële jazzalbums